Ik had vroeger een beste vriend. Het was 1997 en hij heette Elias. Amsterdams schoffie van Marokkaanse afkomst, die de meest aanstekelijke lach had die ik ooit heb gehoord.
Onze vriendschap was bijzonder.
Omdat we een jongen en een meisje waren.
En dat is over het algemeen, in welke cultuur dan ook, bijzonder. Ik ben altijd meer een jongenstype geweest dan dat ik vriendinnen had. Ik vond meisjes altijd klef en nietszeggend. En saai.
Zeikerig ook.
Ik deed het altijd goed onder de grove humor en no nonsense aanpak van mannen. Ik hou niet van gelul over nagellak en ‘de kindertjes’. Inmiddels heb ik mijn eigen vrouwelijke vriendinnen leren kennen, die net zo in the game zitten als ik. Gewoon authentiek zichzelf, met af en toe (vaak 😉) een hele schuine grap die echt niet kan #loveit.
Een band voor het leven
Ik zag Elias niet heel vaak. Hij woonde in het verlengde van de straat waar ik met mijn moeder ooit gewoond had. Een zijstraat van de welbekende Dappermarkt in Amsterdam-oost. Toen nog een verpauperde kolerezooi. Inmiddels moet je in de Quote vermeld staan, wil je er überhaupt kunnen wonen.
Elias en ik kenden elkaar doordat we al heel wat jaren daarvoor, samen met een hele groep andere Amsterdamse kindertjes en tieners, op kamp gingen. Jeweetwel, een week in zo’n jeugdherberg met z’n allen, ravotten op de Veluwe en niet douchen. Daar worden banden voor het leven aangegaan.
En Elias en ik hadden een enorme klik. Zonder verliefdheid. En dat was bijzonder.
We gingen zo af en toe eens bij elkaar op bezoek, namen de trein en wandelden of door Almere (waar ik woonde). Of door Oost (waar hij woonde).
5 cent is het begin van een miljoen!
Op een dag liepen we op de stoep van de Linnaeusweg in Amsterdam. Precies bij de plek waar Theo van Gogh een paar jaar later vermoord zou worden. Maar het is ook de plek waar ik geboren ben.
Ik weet eigenlijk niet welke van de 2 ik eerst had moeten noemen….
We liepen in ieder geval al kletsend samen op de stoep. En ineens stopte Elias met lopen. You know me, dus ik liep nog kwekkend door. Die tetter staat nooit stil, zei mijn moeder altijd.
Tot ik ontdekte dat ik alleen verder liep.
‘Wat is er?!’, vroeg ik geschrokken. Omdat hij op 1 knie op de straat zat te pielen met z’n vinger tussen de stenen van het trottoir. Je kent dat wel, met zo’n gefocuste blik en die tong uit die bakkes.
Er ging van alles door me heen: ligt er een dood beest? Is er iets stuk? Ben je een sieraad kwijt uit je ‘yo yo yo, rap-gangsta-style’ collectie?
Maar nee.
Glunderend kwam hij omhoog en liet met grote trots een klein muntje tussen duim en wijsvinger zien.
‘Stuiver!’, riep hij enthousiast. Ik trok vragend een wenkbrauw omhoog.
Was hij daar nou zo druk mee? Sta ik hier een beetje mooi te wezen langs de weg in Amsterdam. Het leek wel een archeologische opgraving die hij aan het doen was, omdat dat muntje een beetje geplakt zat in wat later Amsterdamse kauwgum bleek te zijn. En niet van ons…
Elias zag de wenkbrauw en zei vermanend: ‘Wat?! Wat is er? 5 cent is wel het begin van een miljoen hoor!’. Ik schoot in de lach en samen liepen we al kletsend weer verder.
Dankbaar voor deze wijze woorden
Die woorden zijn al bijna (ik durf het niet eens uit te spreken, zo oud voel ik me dan) 30 jaar bij mij gebleven. Iedere keer opnieuw hoor ik Elias in mijn hoofd als ik iets nieuws lanceer, als er een klein product gekocht wordt.
Alles wat stroomt binnen mijn bedrijf is het begin van een miljoen. Elke cent is er 1.
Ik heb geen ambities om een miljoen omzet te draaien, maar ik zou er ook ‘niet op spugen’. Zoals we dat in Amsterdam zeggen.
Maar om op die manier te gaan kijken naar jouw omzet, naar investeringen, naar alles in jouw bedrijf…. dat is goud waard. Waarom? Omdat je op een andere manier naar geld kunt kijken. In plaats van dat een miljoen (of vul hier jouw gewenste omzet in) je verlamt, kan een euro je de motivatie geven om door te zetten.
Ik ben geen voorstander van Grote Doelen. Omdat de meeste mensen, ondernemers die op mij lijken, daarvan verlammen. Er staat nog van alles in de weg dat opgeruimd moet worden. En ondertussen kan zo’n perspectief ervoor zorgen dat je toch dapper door blijft stappen.
Ik gooi inmiddels zo alles van tafel als ik voel dat het anders mag. Gaat niet zonder stemmetjes of angst. Maar wel met vertrouwen. Want ik weet inmiddels hoe ik die stuivers kan verdienen en daar steeds meer van kan maken.
En als ik het 1x kan…..
Ik ben Elias meer dan dankbaar voor deze wijze woorden, ook al was hij nog een knulletje in zijn tienerjaren. Hij begreep de wereld meer dan menig volwassene 😉.
0 reacties